De burcht was rond 1300 gebouwd, in een gesloten dal op een klip boven de samenloop van de Tisemský en de Janovický-beek. Als eerste eigenaar wordt in 1318 Ctibor van Kožlí genoemd. Sinds 1362 was het Kunrát van Kožlí die hier met zijn broers Mareš en Heřman van Chvojno zetelde.
Volgens de kronieken van de zgn. Beneš Minorita was het minorietenconvent van Benešov in 1247 gesticht, namelijk door de proost van het kapittel van Stará Boleslav, Tobiáš van Benešov.